Zes uur on the road: van Ohio naar Chicago. Chauffeur Wanda laat er geen gras over groeien, ‘we’re gonna have a good trip guys!’ Ik ben volledig gesetteld in het beste plekje van de bus, helemaal vooraan op de tweede verdieping. Een uitgestrekt uitzicht, panorama alleen voor mij. Dan is er nog de wi-fi, ook gratis. Met aanstekelijk enthousiasme gaat Wanda de regels bij langs en stelt zichzelf even voor. ‘I’m from Chicago, so people call me Windy City Wanda.’ En de rit begint.
Alsof de gevoelens van een schoolreis, tezamen met het idee dat ik praktisch eerste klas reis en de herinnering aan mijn enerverende busritten in Zuid-Amerika nog niet verwarrend genoeg zijn, kijk ik uit het raam en zie ik Nederland. Nederland! Vlakke weilanden met de bekende winterse bleekheid, plukjes witte sneeuw verspreid over omgeploegde zwarte aarde. Kortgesneden riet en kale, korte bomen. Ik verwacht bijna de afrit naar Groningen te zien terwijl we richting het Noorden rijden. Bijna de hele rit kan ik genieten van de horizon die in zicht is, van het dofgroene gras met wat boerderijen hier en daar. Een tweebaans snelweg, met slechts soms een extra baan erbij. Maar al snel wordt duidelijk waar we echt zijn. Een reusachtig bord met de afbeelding van een baby staat in een weiland, ‘I’m a child, not a choice’ staat er in koeieletters bij. In plaats van de zwartwitte koeien die ik min of meer in mijn hoofd al in het landschap had bedacht, verschijnen meer neon borden. ‘Cozy exit ahead.’ ‘This year give everyone on your X-mas list a gift from the heart.’
Ze mag dan zo lijken op de rest van de wereld; Amerika blijft Amerika. Na zes en een half uur stap ik uit bij Union Station in de Windy City, de stad waar Wanda even thuis kan zijn voordat ze later die avond weer op weg gaat naar Ohio.