Er is weinig mooier dan bewust verdwalen op vakantie. Deze zomer waren we een kleine maand op Bali en Lombok, waar we per scooter op avontuur gingen. Verdwalend over kleine weggetjes natuurlijk. Dan leer je een land pas echt kennen.
Rondom Ubud in Bali is het wegennet nogal onlogisch ingedeeld. Door heel Bali eigenlijk. Er lopen allemaal wegen van boven naar beneden, maar bijna geen van links naar rechts en iets als een rondweg is nog onbekend in Indonesië. Om bij de stad te komen moet je precies op het juiste moment doorsteken, van de ene ‘grote’ weg naar de andere. En verkeersborden zijn er ook ver te zoeken. Op die ene vierkante kilometer na, waar alles vol hangt met borden, om vervolgens de rest van het eiland in onwetendheid te laten.
Bestemming onbekend
Mijn lief en ik kwamen terug van een uit de hand gelopen tripje naar het Noorden. Toen we ongeveer op de juiste grote weg zaten richting Ubud, kregen we de kriebels en doken we een klein pad op links in dat steil naar beneden liep. Bestemming onbekend. Door kleine kampongs, langs onvoorstelbaar hoge bomen, over dat pad – dat langzaam van verhard naar onverhard naar vage zandweg ging.
De uit de hand gelopen trip had twee dagen moeten duren, maar uiteindelijk bleven we een week weg. Veel te veel moois om te bekijken. Op de heenweg reden we rond zonsondergang van de bergen in het midden naar beneden, richting de kust. Een steile weg vol scherpe bochten zonder zeker te weten of we wel uit zouden komen bij het strand. Want daar wilden we heen.
Wijzende vingers
Uiteindelijk kwamen we bij het strand en later ook gewoon terug in Ubud. Niet vanwege ons richtingsgevoel, niet vanwege de kaart en zeker niet vanwege online hulp op de smartphone (die stond namelijk uit). Nee, het was de lokale bevolking die ons de weg heeft gewezen. Giechelende meisjes, zwaaiende kinderen en mannen met ontbloot bovenlijf en een zeis in de hand. Op elke straathoek noemden wij de naam van de plaats waar we heen wilden en zij gaven ons een wijzende vinger. Geen uitgebreide routebeschrijving, want veel mensen zijn nooit veel verder geweest dan het dorp waarin ze wonen. Maar een globale richting was meer dan genoeg.
Hij lacht als we vertellen hoe we uiteindelijk de weg hebben gevonden. “Yes, that’s the Bali Google.”
Toen we later in de auto zaten bij Nyoman, onze driver van Ubud naar Padangbai, vroegen we hem hoe het toerisme Bali beïnvloedt volgens hem. Hij zegt dat Kuta helemaal verpest is, dat de toeristen daar erg slecht zijn voor de lokale bevolking. Maar in Ubud weten ze hun tradities te behouden. Toerisme is goed om geld te verdienen, maar ze verliezen zichzelf er niet in. Dat zie je ook in die dorpen: veel mensen blijven er wonen omdat ze verantwoordelijkheden en verplichtingen hebben richting het dorp.
Hij lacht als we vertellen hoe we uiteindelijk de weg gevonden hebben. “Yes, that’s the Bali Google,” zegt hij. En zo is het precies. Die Westerse uitvindingen als Google Maps zijn handig en hoewel er overal wifi is, is de traditionele manier van de weg vragen nog altijd de beste manier om ergens te komen. Of de leukste manier om onderweg te zijn.