“Wilt u ook even weg van de gekte van het EK?” “Bent u er ook zo aan toe om even niet meer oranje te zijn?” “In dit nummer: 50 locaties om te ontsnappen aan de voetbalgekte!”
Ik snap er niks van.
Men zegt moe te worden van de oranje gadgets, de oranje aanbiedingen. Nederland is doorgedraaid. En wat een gênante vertoning tegenover onze buurlanden. Voorlopig is onze score 3-0 en 4-1, dus hebben we best iets om trots op te zijn. Laat ik u herinneren aan minder goede tijden.
Er was een periode dat er een gap was tussen overheid en de ‘gewone burgers’. Niemand snapte iets van de beleidsspeeches van Balkenende, al die nieuwe regels en ideeën werden door niemand opgepikt en Prinsjesdag raakte langzaam uit de mode. Gisteren zag ik onze premier met zwart-witte voetballen op zijn das een kleine vreugdesprong maken in het stadion van Zwitserland.
Integreren is een probleem voor buitenlanders. Zij dragen hoofddoeken, wij niet. Zij eten geen varkens, wij natuurlijk wel. Zij bidden op hun knieën met hun hoofd naar een bepaalde richting, wij prevelen gewoon een gebedje met ons hoofd al onder de dekens. Gisteren droeg iedereen oranje mutsen en keken we allemaal naar Sneijder, Robben en Van der Vaart.
De zogeheten ‘EK-gekte’ wordt verkeerd geïnterpreteerd. Het heeft niets met gekte te maken: het laat juist zien dat we op sommige momenten allemaal eenzelfde doel voor ogen hebben. Jong, oud, zwart, wit, atheïst of religieus: allemaal zien we Oranje het liefste kampioen worden. En dat is iets wat we moeten koesteren. Allen geschaard achter dezelfde kleur.
De eenheid van het EK – van Nederland.