Ook verschenen op Nadelunch.com

Nog ver van Afrika liep ik tegen de eerste verrassing van mijn reis aan: op Brussel Airport wordt niet gewaarschuwd voor het einde van de snelloopband. “Never mind your step,” moeten de Belgen gedacht hebben. Ik was volledig van mijn a propos. En Douala airport moest nog komen.

Lijstje
Omdat ik werk voor een stichting met een vrijwilligersprogramma in Kameroen, leek het me handig om wat ik in de markt zet ook van dichtbij te bekijken. Hoewel ik al vier continenten van onze mooie wereld heb bereisd, stond Afrika nog steeds op mijn lijstje. De kriebels die ik zou moeten voelen bij het naderen van mijn trip bleven echter uit. Er was nog zoveel te doen. Wat laatste mails hier, nog even iets regelen daar. Tijd om te beseffen dat ik eindelijk naar Afrika ging, dat ik me twee weken ging onderdompelen in Kameroenese cultuur en gewoontes gunde ik mezelf niet. Tot in het vliegtuig.

Ik ga naar Kameroen
Eenmaal bijgekomen van de verschillen tussen een vliegveld in Brussel en een vliegveld in Amsterdam, verwonderde ik mij vanaf de middelste rij om de prachtige slaaphoudingen van mijn medereizigers. Met het hoofd tegen de stoel voor je, onderuit gezakt met je hoofd begraven in je kin. Een lust voor het oog. Al voor het opstijgen viel ik zelf in slaap en toen ik mijn ogen weer open deed, richtte ik mijn blik op mijn mini privé scherm waar ik de film ‘The Perks of Being a Wallflower’ heb gekeken. Daarna begon het. De zoektocht naar een pen. Ik wilde schrijven. Het lawaai van de motor was te hard om me bewust te zijn van dingen, maar toch moest ik ze kwijt. Mijn Franse buren aan de andere kant van het gangpad hadden een pen. En daar kwamen, eindelijk, de kriebels. Ik ga naar Kameroen, schreef ik. Ik – ga – naar – Kameroen, voelde ik.

Geur
Toen ik na zes en een half uur eindelijk voet zette op een, voor mij, nieuw werelddeel, was het eerste wat ik deed diep inademen. Warmte ruikt overal hetzelfde. Een zachte, gelige geur, branderig en zanderig. Maar Azië ruikt meer zoet en pittig, zoals sambal, en in Zuid-Amerika proef je de petroleum. Kameroen weet ik nog niet. In Buea, waar ik verblijf, ruikt het groen en ziltig.

Voorsprong
Maar eerst Douala Airport, waar mijn lieftallige collega Mieke mij komt ophalen. Op twee bagagebanden worden koffers uitgespuugd, ik weet niet welke ik in de gaten moet houden. Mijn hoodie is veel te warm, mijn voeten zetten uit in mijn gympies. We wisselen geld, ik schud handen met onze chauffeur. Ik draag mijn backpack zelf en hij noemt me een able woman, een sterke vrouw. Het voelt vreemd vertrouwd; de mensen en barbecues op straat, de corrupte politie die auto’s aanhoudt en altijd wel iets vindt wat verkeerd is, de idiote manier van rijden. De kleding is kleurig, het is immers zondag. Mieke weet alles, legt me alles uit en ik krijg een kleine voorsprong op het leren kennen van een andere cultuur.

Klamboe
’s Avonds eten we kip en potatoe chips gedrenkt in palmolie. Ik verwonder me over het toetersysteem van de taxi’s, waarom je moet zeggen dat je wisselgeld terugkrijgt en hoeveel mensen er in een auto passen. De straten zijn zo donker dat ik amper mijn eigen voeten zie als we over een rotsig zandpad naar huis lopen. Dan kruip ik onder mijn klamboe om in een rusteloze slaap te vallen, vol geluiden van krekels, vogels en hanen, waar ik uitgerust uit wakker word. Maar daarover later meer. Nu moet er eerst gewerkt worden.

_______________________________________________________________________________

Als coördinator van het vrijwilligersprogramma LiveBuild Experience ga ik twee weken naar Kameroen om projecten en accommodatie te bezoeken.