Column voor I Like Groningen
Kerstmis staat bij mij op een goede tweede plaats als het gaat om feestdagen. Dat heeft alles te maken met mijn liefde voor eten. Veel en lekker eten. En december is dan zo’n maand waarin je helemaal los kunt gaan. Met de mensen waar je van houdt natuurlijk. Gesnitterde kip van opa, kransjes met zoete vulling, flessen rode wijn, crackers met allerlei Franse kazen; ik heb veel om naar uit te kijken deze week. Al die andere poespas hoeft van mij niet zo.
Dat gedoe met die lichtjes en de Kerstman. Ik rijd met plezier een avondje rondjes door de Oosterparkwijk om me te vermaken met de overdaad aan kleur en licht die daar tentoongesteld wordt, maar ik ben blij dat ik de volgende dag wakker word zonder excessieve versieringen. De Kerstman is een verzinsel uit Amerika dat lang niet zo cool is als Sinterklaas. Om nog maar te zwijgen over cadeautjes met Kerstmis in plaats van op 5 december.
En toch… Toch voelde ik een glimlach op mijn gezicht toen ik mijn collega hoorde praten over dingetjes die ze koopt en dan ingepakt onder de kerstboom legt. Zaken als nieuwe sokken die ze toch al moest hebben, maar die nu ineens iets feestelijks krijgen en zorgen voor kriebels in je buik. Overal doken kerstbomen op, foto’s op Facebook, meterslange exemplaren vastgebonden op het dak van een oude Volvo, op de fiets tussen de benen van een studente in trainingspak. Weer die glimlach! Liet ik me dan toch meeslepen in de wereld van clichés? De wil van de massa?
De mini kerstboom die nu naast me staat, zegt van wel. Zestig centimeter pure feestvreugde, behangen met kleine rode kerstballetjes, zilveren slingers, gevulde kransjes en stralend in haar eigen sliert van kerstlichtjes. Vorige week werd bekend dat ik naast het kerstdiner bij mijn eigen familie ook nog Kerstmis ga vieren bij de familie van de man in Brabant. Zij doen wel cadeautjes en ja, ik kijk er nu al naar uit.
Fijne Kerst allemaal. Met heel veel lekker eten, familie, vrienden en stiekem ook met iets teveel gekleurde lichtjes.