Column voor Nadelunch.com

Als mensen je vragen of het goed met je gaat omdat je zo stil bent op Facebook, Twitter en Whatsapp, weet je dat een Internetvrije week precies is wat je nodig hebt. Zeker om een nieuw jaar in te luiden.

Er is een zekere traditie rond een zekere vriendengroep die weer gekoppeld is aan mijn oudste en beste vriendin. In plaats van kansloos betalen voor dure kaartjes in een veel te volle kroeg in een veel te volle stad om daar geforceerd feest te vieren tijdens de jaarwisseling, verzamelt zich een groep leuke mensen die zich in de laatste dagen van december terugtrekken in een villa in de Belgische Ardennen. Dit jaar ontving ik voor het eerst een felbegeerde uitnodiging. Het was zover. Ik mocht mee.

Geen Internet
We zitten alweer vrij ver in januari. De kerstboom is afgetuigd en in alle eenzaamheid op straat gezet, waar hij samen met de andere kerstbomen wordt opgehaald en afgevoerd. Waarnaartoe weet ik niet. Maar ik denk nog steeds terug aan die laatste dagen van 2012 en de eerste van 2013. Ze waren bijzonder voor me.

Ik heb namelijk de hele week mijn telefoon en laptop vermeden. Geen Internet. Mijn horloge verloor na een dag of twee de achterkant, dus die heb ik in twee delen in mijn tas laten zitten. Geen besef van tijd. Hoewel er dagen waren dat ik pas opstond toen het buiten alweer donker werd, heb ik zelden zo’n relaxte tijd gehad. Ontspannen was een hele opgave, begrijp me niet verkeerd. Het duurde ten minste drie dagen voordat ik mijn spieren en hoofd los kon laten en het gevoel dat ik niks hóéfde het won van mijn drang om toch iets te doen.

Weerwolven
Met 25 man in een villa met vier verdiepingen, waar zich een filmkamer, leeskamer, spelletjeskamer, woonkamer, twee keukens en een ruime eetkamer bevonden, is jezelf afzonderen bijna onvermijdelijk. Dat werd je niet kwalijk genomen. Als je er klaar voor was, schoof je weer aan bij het gezelschap. Aan de open haard werd wijn gedronken en er werden goede gesprekken gevoerd. Na middernacht gingen de stoelen aan de kant en de voetjes van de vloer – op muziek waarvan de bas tot de nok van het huis door trilde.

Meerdere middagen werden er spelletjesmarathons gespeeld, met De Grote Dalmuti, Weerwolven, Jungle Speed en Kolonisten van Catan. Mijn boek heb ik bijna helemaal uitgelezen. Iedere avond werd er meesterlijk gekookt en er was nergens gebrek aan. Ik vergat bijna wie ik was en waar ik vandaan kwam, want alles wat ik nodig had was zijn waar ik was. Wandelen door de bossen in de Ardennen, huppelend over watertjes waar ik modderige schoenen aan over heb gehouden.

Haperend hoofd
Het leven was goed. Sterker nog; zo moest het leven zijn. Mijn hoofd was leeg, mijn hart was vol. Totdat ik tot mijn schrik op vrijdag iemand een mail zag versturen. Daarnaast bekeken drie mensen foto’s op Facebook. Ik knipperde met mijn ogen, iets in mijn hoofd haperde waardoor ik even moest happen naar adem en ik vroeg me verschrikt af of het echt alweer was begonnen. Maar mijn laptop zat nog in mijn tas. Mijn telefoon lag boven, waar hij enkel en alleen functioneerde als wekker (die ik toch niet zette). Ik had nog even rust.

Na een enerverende treinreis arriveerde ik een week later weer in het Groningse. Afkicken. Toen ik zondag eindelijk weer mijn telefoon bekeek, had ik ontelbare mails en andere digitale vormen van informatievoorziening. Waaronder een bericht van een vriendin die me bezorgd vroeg hoe het met me ging – omdat ik zo stil was op Facebook, Twitter en Whatsapp. Naar alle eerlijkheid kon ik antwoorden dat het goed met me gaat. Daarna heb ik de Wi-Fi nog maar weer even uitgezet. Ook van ontspanning moet je bijkomen. Bij voorkeur zonder Internet.