Er leven wilde dieren in de Oostvaardersplassen. Nee, eigenlijk leven er dieren in het wild in de Oostvaardersplassen. Lekker terug naar de natuur. Maar dat er zwakke dieren zijn die omkomen van de honger of van ziekte, dat liever niet. Genoeg reden voor wat heftige discussies tussen voor- en tegenstanders. Een voorstander (of tegenstander?) van de Oostvaardersplassen als leefgebied voor dieren is de commissie-Gabor. Wel vinden zij dat de zwakkere dieren eerder uit hun lijden verlost moeten worden (wij noemen dat ‘doodschieten’ met een mooi woord), zodat het lijden niet onnodig wordt.
Geen slechte suggestie.
Natuurlijk zijn er altijd van die mensen die daar dan weer tegenin moeten gaan. Natuurliefhebbers noemen zij zich. Dit zijn dezelfde mensen die vinden dat er bijgevoerd moet worden in de winter – vanwege voedseltekort. Tot hun grote verbazing bleek echter dat het juist de sterke dieren zijn die dat extra voer tot zich nemen. Joh! Misschien moeten ze dan eens een bijzondere constructie bedenken waardoor alleen de zwakkere dieren bijgevoerd worden en dat onnodige lijden verdwijnt. Want dat doodschieten is, ik quote, ‘niet natuurlijk.’ Maar wacht eens even, is de natuur er niet zo op gebouwd dat de sterksten overleven? Hoe ‘natuurlijk’ is het als de mens de grootgrazers in leven houdt nadat ze hen eerst in het wild heeft gedumpt?
Word toch wakker. Ik zal nooit voorstander worden van het zomaar doodschieten van dieren, maar als wij ons wederom met de natuur willen bemoeien om de Oostvaardersplassen ‘een mooi plaatje’ te laten blijven, dan liever de zwakkere dieren uit hun lijden verlossen en de natuur lekker haar gang laten gaan. Dat is toch wat we willen?