Afgelopen weekend stelde Lilianne Ploumen in de Volkskrant dat ontwikkelingshulp een tijdperk is dat aan zijn einde komt. Het moment is gekomen om de omslag te maken naar ontwikkelingssamenwerking. Handel drijven, investeren. Maar komen die investeringen wel goed terecht? En hoe erg verschilt hulp eigenlijk van samenwerking?
Het verhaal van de vis en de hengel is bij de meeste mensen bekend. Ik verkocht het als straatwerver van Oxfam Novib aan nietsvermoedende voorbijgangers en nog steeds vind ik het een filosofie die hout snijdt. Geef een man een vis en hij eet een dag, geef hem een hengel en hij eet elke dag. Voor de organisaties waar ik bij betrokken ben, is die visie uitgebreid tot: leer hem zelf een hengel maken, zodat de beste man ook weet hoe hij de hengel moet repareren indien nodig, opdat hij tot in de eeuwigheid vis kan blijven eten. Die conclusie trok ik tien jaar geleden ook al. Dus hoe nieuw is het idee van ontwikkelingssamenwerking precies?
Kennis delen
De grens tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking ligt in mijn optiek bij het verschil tussen ‘geld geven en proberen Afrika Westers te maken’ en ‘kennisdelen om Afrika op eigen kracht haar armoede en problematiek te laten oplossen’. Menigeen zal heftig knikken als ze dit leest. Inderdaad! Wij moeten ze niet vertellen hoe het moet! Ze kunnen het prima zelf! Evenzoveel mensen zullen tevens driftig knikken, maar vervolgens hun kleding inzamelen, samen met wat oude kantoorspullen om die richting de Derde Wereld te sturen. Dat is natuurlijk fout.
Leefstijl
De misvatting die bij veel mensen heerst, is dat de wereld waarin wij leven, Europa en met name West Europa, de beste manier van leven heeft. Het zou mooi zijn als de onderontwikkelde landen zich eenzelfde leefstijl konden aanmeten. Maar daarmee is niemand geholpen. Ik steun Ploumen in haar opvatting dat de tijd van ‘hulp’ (in de vorm van donaties, financiën, kleding, materialen) voorbij is. En dat is maar goed ook. Mensen in Afrika kunnen prima zelf kleren maken. Ze weten ook wat hard werken is. Het probleem ligt in de afhankelijkheidsrelatie tussen Afrika en het rijke, ontwikkelde Westen die in de afgelopen decennia ontzettend is gestimuleerd.
Gelijkwaardige partner
Volgens Ploumen is de behoefte er dan ook bij de lokale bevolking om meer gezien te worden als handelspartner. Ook in arme landen kijkt men meer naar wat wij hen te bieden hebben in plaats van alles maar klakkeloos aan te nemen. Een goede ontwikkeling, vind ik zelf. Het is goed om te zien dat Afrika het beeld van armoedige landen, uitgemergelde kinderen en grensoverschrijdende corruptie van zich af schudt en laat zien wat ze waard is, wat haar kracht is. Dus ja! Laten we investeren! Handel drijven! Minder ontwikkelde landen in Afrika gaan zien als gelijkwaardige partners in plaats van liefdadigheidsprojecten. Maar wel op lokaal niveau. Want het risico dat er bij corrupte regeringslieden iets (alles?) aan de strijkstok blijft hangen is wel degelijk aanwezig.
Betalingsregeling
Mijn hoop is dan ook dat Ploumen in haar missie om ontwikkelingshulp te vatten in een vernieuwde definitie, haar pijlen de goede kant op richt. Dat het bedrijfsleven dat zij meeneemt op haar reis, ontwikkelingssamenwerking klein en lokaal gaat aanpakken. De gemeenschap wil wel, de gemeenschap kan het ook. Een mooi voorbeeld is de betalingsregeling die stichting LiveBuild hanteert bij haar projecten. LiveBuild ondersteunt in de rol van adviesorgaan lokale NGO’s en ondernemers om waterfaciliteiten op te zetten. Haalbaarheidsonderzoeken worden door de lokale mensen zelf uitgevoerd.
Structurele onafhankelijkheid
LiveBuild investeert in de opzet van een watersysteem. Ze vragen een structurele bijdrage voor een waterfonds, waarmee watersystemen in overige dorpen opgezet kunnen worden. Verder is het doel om de lokale watercommissie te ondersteunen en de mindset van de gemeenschap zo te krijgen dat betalen voor watergebruik vanzelfsprekend wordt. De eerste betaling is in februari binnen gekomen en de volgende staat ook alweer gepland. Een succesvol, vernieuwend systeem dus, waarbij sprake is van gelijkwaardigheid en structurele onafhankelijkheid. Je kunt op de LiveBuild blog meer lezen over deze innovatieve vorm van ontwikkelingssamenwerking.
Ploumen heeft gelijk. Het is tijd voor een nieuwe vorm van ontwikkelingshulp. Een nieuwe visie op de relatie tussen arme en rijke landen. Laten we het voorlopig gewoon samenwerking noemen, zonder er een specifiek label aan te plakken. Ten behoeve van gelijkheid. En dus van ontwikkeling.