Even denk je dat het heel gezellig is in het centrum. Onder luifels en naast terrasverwarmers staan mensen in groepjes te praten en het is een drukte van jewelste. Leuk!
Maar helaas zijn de kroegen leeg, op een paar achtergebleven gezonde levensgenieters na. Sommigen hebben hun toevlucht gezocht tot de sms-functie van hun telefoon, anderen lopen na een paar minuten twijfelen toch ook maar naar buiten. Want je bent immers samen uit. Met zijn tweeën, of met wat meer.
Ik word er verschrikkelijk chagrijnig van. Laatst ging ik met drie vriendinnen naar de kroeg, allemaal verslaafde nicotinetrekkers. Prachtplek gevonden in een prachtkroeg, drankjes voor ons op de ronde tafel. Eerste dilemma: kunnen we onze spullen achterlaten? Nee. Tweede dilemma: willen we onze plek afstaan? Nee. Derde dilemma: wie gaat met wie roken? De twee kleinsten (waaronder ik) schieten als eerste naar buiten. Het regent en zonder bier smaakt een sigaret toch anders. Na acht minuten weer naar binnen, waar we middenin een gesprek vallen. Dat is niet zo heel erg, want de overgebleven twee kunnen nu hun bevrediging zoeken. Gezellig samen uit.
Ik zie mezelf niet graag als een roker. Maar ik ben het wel en bij iedere stap buiten de deur word ik met mijn neus op de feiten gedrukt. En waar iedereen stopt op 1 juli of daar in de buurt, sla ik alleen maar extra sigaretten in. Het zal de rebel in mij zijn. Provoceren als je onder druk wordt gezet. Het rookverbod zal ongetwijfeld maatschappelijk bewust zijn en goed voor de mensheid. Wees echter wel gewaarschuwd, dit rookverbod mag dan wel democratisch verkozen zijn: in elke democratie schuilen revolutionairen. En ik ben er één van.