Column voor I Like Groningen

Sinterklaas is mijn lievelingsfeestdag. Meer nog dan Kerst. Zeker meer dan Pasen; voor mij zijn Paashazen bijna even angstaanjagend als clowns. Ik weet nog hoe ik vroeger met kriebels in mijn buik de trap afrende naar de woonkamer, waar mijn schoen voor de kachel stond. Het was zo vroeg in de ochtend dat het er nog ijskoud was, maar dat deed me niks. De wortel was verdwenen en in plaats daarvan lang er een frommelig pakje (chocolademunten zijn best moeilijk in te pakken). Pepernoten waren bij het strooien zelfs achter de kachel terecht gekomen.

Nu is alles anders.

Zwarte Pieten zijn geen Zwarte Pieten meer, om mee te beginnen. Die moeten we nu Bruine Pieten noemen. Maar Piet is zwart van het roet, toch? Roet is toch niet bruin? Ieder kind weet dat. Hypocriet dat we zoveel waarde hechten aan de betekenis van iets dat voor velen slechts een oude traditie is? Of naïef van mij omdat sommigen het echt als beledigend opvatten? Zonde is het in ieder geval.

En dan het paard dat gisteren is overleden tijdens de Sinterklaasintocht. Doordat een stomme idioot een sigaret naar het arme beest gooide. Was dat iemand die voor het behoud van de benaming Zwarte Piet was? Of zou dat juist iemand zijn geweest die het discriminerend vond dat Sint op een wit paard rijdt terwijl de kar getrokken wordt door bruine paarden? Want dat mag dan ook best eens besproken worden. Wie het ook geweest is en wat zijn motieven ook geweest mogen zijn, ik snap er helemaal niks van.

Sinterklaas zou niets meer moeten zijn dan een gelegenheid om gezellig samen te zijn met de mensen waar je om geeft. Om elkaar belachelijk te maken in gedichten en met surprises. Even stil te staan bij hoe goed wij het eigenlijk allemaal hebben. Geen belediging voor welke bevolkingsgroep dan ook, geen reden om paarden te belagen tot ze er dood bij neer vallen. Dus als Piet voortaan Bruine Piet heet en er een rookverbod wordt gehanteerd in een straal van tien meter rondom de Sinterklaasstoet, dan heb ik daar geen problemen mee.

Over twee weken is het vijf december. Gun kinderen tot die tijd nog een beetje fantasie en een paar dromen. Laat ze met kriebels in hun buik gluren naar die gevulde jutezak. Ook als ze, zoals ik, 24 zijn.