Taal is zeg maar echt mijn ding. En ik moet eerlijk zeggen dat de kromheid van die zin me nooit echt was opgevallen totdat Paulien Cornelisse het opmerkte. Wat vreemd is voor iemand wiens ding taal is. Zeg maar. Dus. Nog zo’n woord! Typisch een woord waar je helemaal niks mee kunt. Of juist alles.

Het gebruik van ‘dus’ vraagt om nauwkeurige overwegingen.

Een vriendin wees me een poosje geleden op de nietszeggendheid van deze creatie van de Nederlandse taal. Ondertussen maakte ik me nog druk om mijn overtallige gebruik van ‘zeg maar’. Maar de stand up comedy cursisten in het Crea Theater openden mijn ogen. Een jongen met dik blond haar stamelt. Kent zijn tekst niet zo goed en is zenuwachtig, denk ik. De ene na de andere ‘dus’ wordt de zaal in gegooid, aan alle kanten versierd met een ‘eehh’ die uit ergens diep in zijn binnenste komt. ‘Nou en toen was ik dus in die wachtkamer. En daar gaat het feestje dus gewoon door!’

Dus? Dus gaat het feestje gewoon door? Verklaar je nader!

Als afsluiting van de avond betreedt een kale jongeman met flaporen het podium. Net als de andere deelnemers stelt hij zichzelf even kort voor. ‘Hallo. Ik ben Jan. Ik geboren en getogen…’ hij laat een goed geplaatste stilte hangen om vervolgens met de klapper te komen: ‘dus.’

De hele zaal ligt plat. Ik ook. Mijn vriendin ook. Kijk. Zo moet het dus!