Gisteren in de Wereld Draait Door bracht Ton Elias (VVD) de rol van de journalistiek in discussie. Volgens Matthijs van Nieuwkerk een oude sok, maar in mijn ogen een onderwerp dat steeds belangrijker wordt. Neem nou Wikileaks. De hele Amerikaanse overheid overstuur omdat er gevaarlijke informatie gelekt zou zijn, uit verboden documenten. Ik heb niet alles gelezen, maar volgens mij was het voor een groot deel een bevestiging van vermoedens – met enkele verrassingen. De publicatie van deze gegevens legt vooral het zwakke punt van onze hele samenleving bloot: openheid van zaken. Zoals SP-lid Harry van Bommel al zei: ‘het is tijd om de discussie open te voeren.’ Men heeft het steeds over transparantie vanuit de politiek, eerlijkheid naar de burger toe. Maar op het moment dat deze wens gerealiseerd wordt, springen politici boos op in plaats van dat ze evalueren en afwegen hoe correct ze zelf zijn in hun communicatie. Als de Amerikanen Turkije nodig hebben, laat ze dan ook intern discreet zijn met hun beweringen. Het was de taak en het recht van de mensen achter Wikileaks om deze openbaringen te doen, te laten zien wat er achter gesloten deuren gaande is. Journalisten zijn immers de schakel tussen burger en politiek. En tussen politiek en media is het altijd een haat-liefde relatie geweest; ze hebben elkaar nodig en zijn afhankelijk van constant samenspel.

Meneer Elias vindt dat de journalistiek gecontroleerd moet worden. Geen slecht idee. Wellicht kunnen we alle mails van journalisten onderscheppen en erachter komen welke zaken zijn aangedikt, welke bronnen gebruikt worden en wat prioriteit krijgt vanwege de opbrengsten meer dan vanwege het belang van de zaak. Maar vergeet niet dat uiteindelijk de politiek het land regeert en dat burgers daar hun stem op moeten uitbrengen. Ik noem nogmaals Elias, die met verontwaardigde toon riep dat de journalistiek niet boos moest worden omdat er nu een keer teruggeslagen werd. Het hele fiasco omtrent de PVV was juist andersom. Het was de journalistiek die terugsloeg naar Wilders. Jij wilt niks vertellen over je partij en wat er achter gesloten deuren plaats vindt? Prima. Maar neem het ons dan niet kwalijk dat we er bovenop springen als er eens iets naar buiten komt dat voor de burger van belang kan zijn. Persoonlijk vond ik de verslaggeving over de misstappen van de PVV’ers een beetje mediageil worden. Dat neemt niet weg dat er niet over gepraat mag worden. Ze hadden het anders kunnen doen en zich kunnen richten op waar het om gaat: de rotzooi in de Tweede Kamer. Richt je reportage daarop en noem PVV als kernvoorbeeld, zoals later ook is gedaan. Want eerlijk is eerlijk, zoals blijkt uit de door Jan Mulder gehate ‘straatinterviews’: voor de PVV-stemmers maakt het weinig verschil. Dus journalisten moeten weten tegen wie ze het hebben en wat voor die mensen belangrijk is. Die mensen kan het geen reet schelen of Elias 30 jaar geleden wel of niet een biertje heeft gedronken, of dat Lucassen wel of niet in iemands postbus heeft gezeken. Waar het om gaat is dat de politiek haar eigen mensen niet kent en daarmee steeds meer een aanfluiting wordt voor de maatschappij die ze beïnvloedt. Julian Assange – het brein van Wikileaks – wordt nu gezocht in 188 landen. Vanwege een seksuele aanklacht, claimt Interpol. Juist nu zouden we moeten weten dat het hier niet hoofdzakelijk om gaat, dat het alles te maken heeft met de beperking van persvrijheid.

Ja, journalistiek heeft controle nodig om eerlijke verslaggeving te bevorderen. Een slachtofferrol van de politiek is echter nergens voor nodig. Want lieve politici, vergeet niet dat je zonder al die camera”s en vlugge pennen helemaal nergens bent. Wees daar dan ook eerlijk over.