Als de overheid er is om je te beschermen, hebben ze nog een grote rol te vervullen bij de ambtenaren die de naam van pasgeborenen registreren. Ook bescherming tegen jezelf zou daar in acht moeten worden genomen.

De tijd van Jan, Piet en Willem is allang voorbij. Dat Victoria Beckham haar zoons Brooklyn, Romeo en Cruz noemde, werd door iedereen gniffelend beoordeeld, maar ondertussen worden ook onder ‘normale’ burgers kindernamen als Noah Jazz de wereld in geholpen. Zowel in hippe, moderne Amsterdamse wijken als in achterstandsbuurten in Oost-Groningen lijken ouders geïnspireerd te worden door artiesten en de natuur. Briando of Zwerver voor een jongen, Zomer of Storm voor een meisje. Ook een opkomende trend is namen in elkaar vlechten of ze gewoon op zo’n manier schrijven dat het vanzelf opvallend wordt. Dylantijntje bijvoorbeeld. Of, mijn persoonlijke favoriet, Le/a (spreek uit: Leedasha).

Het lijkt erop dat ouders meer bezig zijn met de indruk die een naam zal achterlaten, of met hoe uniek en bijzonder de naam van hun kind is dan met het kind zelf. Ik kan alleen maar denken aan de middelbare schoolperiode van die arme Dylantijntje en de eeuwige strijd die Zwerver zal gaan leveren. Met hun naam proberen ouders de identiteit van hun kind alvast vast te leggen. Stiekem denken ze aan een naam die goed op de cover van een boek of dvd zou staan, of op een naambordje bij de politiek. Ze kunnen niet wachten om aan hun vrienden te vertellen hoe origineel en vernieuwend de naam van hun kind is.

Als ambtenaar mag je daar best een stokje voor steken. Dus de volgende keer dat er iemand aan je balie staat met een leesteken in de naam van haar kind, of die haar kind naar een seizoen of weersvoorspelling wil vernoemen, zou ik dat weigeren. “Sorry mevrouw, maar dat kan echt niet, we noemen haar gewoon Sara.” Stempelen en klaar. Dat is je plicht als medewerker van de overheid. Als beschermer van de burger.

Met speciale dank aan Eva, Michel en Jaap 😀