Het vervelende van nieuwe sneakers is dat je ze altijd het liefste meteen even door de modder wilt slepen. Niks zo erg als bright ’n shiny witte neuzen. Mijn tweede paar All Stars nam ik dus vanuit de doos mee op wereldreis. Dat zal ze leren.

Ik ben een All Stars-meisje. Volgens mijn lief is dat iets teveel gericht op de massa, maar daar moet ik dan maar onderdeel van zijn. Converse zijn voor mij de enige echte sneakers. Mijn eerste paar kocht ik in 2006, lichtblauw met witte streepjes. Het duurde drie jaar, twee nieuwe veters en slechts 1 gat in de zool voordat ik aan mijn tweede lichting begon. Dat was in januari 2009. Donkerblauw (navy), met sprankelend witte neuzen. Het was twee weken voordat ik vertrok op mijn wereldreis van een halfjaar. Naast de blauwe All Stars had ik een paar Teva-slippers ingepakt. Daar moest ik het mee doen.

Het plezier begon al op Schiphol. Klein meisje, hoge balie, op de tenen in mijn sneakers. Nieuw zijn ze, je voelt ze nog buigen. Dan Ecuador; wandelen door de Andes, rennend over de evenaar, zij aan de oever en ik met blote voeten in de rivier. Peru; uit voor het surfen, maar aan tijdens het paardrijden, vermoeid onder een deken in de bus. Langzaam stoffen ze op, kreukelen ze, worden ze steeds meer mij. Tijdens mijn reis kom ik kilo’s aan, maar dat kan de All Stars niet baten. Ze accepteren de vorm van mijn voeten; ik hoef de veters niet eens meer te strikken.

Bolivia; voetstappen over de zoutvlaktes en zeiknat door de watergooiers van het carnaval. Argentinië; nogmaals op mijn tenen om de Iguazú Falls beter te kunnen zien. Tangolessen op de steeds meer afgesleten zolen, fietsend door de wijngaarden. Chili; uren slenteren door de stad, pauze houden bij espressotentjes, op Paaseiland de vulkaan beklimmen en op het gaspedaal van een 4×4 Jeep.

En dan, dan Nieuw-Zeeland. Hop on, hop off, in de bus, uit de bus. Door het land van de Hobbit struinen, over kronkelpaadjes door het Abel Tasmanpark, zwoegen door het mulle zand bij Cathedral Cove. Zoals dat gaat op reis, maakt zich opeens een wild plan van mij meester. Skydiven. Op de op-één-na mooiste locatie van de wereld: boven de Franz Joseph-gletsjer uit een vliegtuig springen. Mijn buik kriebelt en mijn voetjes wiebelen. We gaan het doen.

Op een zonnige namiddag is het zo ver. De bus wacht. Wij vliegen omhoog. Vastgesnoerd aan een instructeur. Het kleine vliegmachientje rammelt en van bovenaf zien de sneeuwvlaktes er maar klein uit.  De zijdeur open, je benen zwaaien naar buiten. Daar hangen ze, mijn All Stars. Voeten naar voren, fier vooruit. Misschien wordt er afgeteld, misschien ook wel niet, maar daar vallen we. Ruim 10 seconden vrije val, de wind langs mijn zolen en door mijn haar. Vervolgens een eeuwigheid vliegen, hangend aan die instructeur en zijn parachute. De navy blauwe Converse bungelen boven het Nieuw-Zeelandse landschap. Niet meer zo stralend wit, eindelijk echte sneakers. En bij de landing vangen ze me moeiteloos op.

Proloog
Tijdens een verhuizing in Amerika in 2010 zijn mijn favoriete All Stars verloren gegaan. Ik zal eerlijk bekennen dat ik erom heb gehuild en nachten heb wakker gelegen in de hoop dat ze misschien toch nog ineens ergens gevonden zouden worden. In 2011 kreeg ik een nieuw paar. Lage, grijze, die me ruim 3 jaar lang door nieuwe avonturen hebben gewandeld. Helaas beginnen deze langzaam uit elkaar te vallen en ben ik dus wederom toe aan nieuwe Converse. Vandaar dat ik deze column schrijf voor een prachtige Frontrunner-actie, waarbij ik kans maak op een waardebon als ik het verhaal van mijn sneakers deel. Dubbel winst, want terugblikken op die heerlijke reis is me ook heel veel waard.