Van je geloof vallen veroorzaakt vaak de hardste landing. Daar hou ik niet van. Toch overkwam het mij vandaag, ineens, volledig onverwacht. Terwijl ik mij door de vele aanwezige nieuwspagina’s op het net werkte en constateerde dat grammatica en correct taalgebruik uitstervende fenomenen zijn, was er even die gedachte:

Nou en?

Hoeveel mensen doet het nog pijn als er ‘een aantal dingen zijn’ wordt geschreven? Hoeveel mensen slikken nog even een brok weg als ‘vandaag vertaald Jan…’ door niemand is gecorrigeerd? Ik ben bang dat het de meerderheid niet opvalt.

Een gat in de grond – waar doe je het nog voor? Mijn vriend komt uit Brabant, waar het ‘als-dan’ probleem is opgelost door het bestaan van ‘dan’ in de Nederlandse taal simpelweg te ontkennen. Dat accepteer ik. Maar wanneer geef je op? Zouden de beschermers van de ijsbeer ooit zeggen: ‘Nou ja, laat ook maar, dood gaan ze toch.’ Zie je al voor je dat Greenpeace olietankers niet meer lastig valt, omdat de betogers toch al de wereld uit zijn tegen de tijd dat het leven op de zeebodem echt verdwenen is?

Precies.

Ik ben – dus ik besta. En als de wereld om mij heen verdwijnt als ik dood ben (zo schijnt dat te gaan), dan ga ik toch liever welbespraakt de pijp uit. IJsberen, koraalrif, de taal: er moet toch iemand in ze blijven geloven?