Een gezellig potje voetbal. Op een aangename lentemiddag gaan de jongens op het veld een balletje trappen. Degene die als laatste komt omdat hij wat trager is dan de rest, mag op doel staan. Er wordt wat heen en weer geschopt, jolig gelachen, hier en daar een buiksliding gemaakt.

Stiekem is de keeper een beetje bang voor de bal.

Hij slaat hem weg, tikt er tegenaan, springt er voor omhoog. Soms vergeet hij zelfs dat hij eigenlijk op doel moet staan en loopt rustig mee het veld in. De mensen die ernaar kijken, kunnen eigenlijk maar een ding zeggen:

“Ja, die keeper…”

Waar de ene partij gretig gebruik maakt van het klungelige gestuntel van de goalie, zijn de mensen met het rood-geel-groene shirt er een stuk minder blij mee. Maar tegen het einde schudden ze elkaar allemaal vriendelijk de hand, geven een goedbedoelde schouderklop en lopen gezamenlijk het veld af.

Ze gaan de vochtige warmte van zich af spoelen, waarschijnlijk een verfrissend biertje drinken. Niet zoals de jongens in het dorp daarna aan de avondmaaltijd met aardappels, vlees en groente. Nee, deze mannen maken zich klaar voor het echte, betaalde voetbal. Het Wereld Kampioenschap. Dat is geen amateurswerk meer.

Al lukte het de keeper van Ghana uitstekend om de sfeer van een gezellig potje voetbal te creƫren.