Reizen. Ontdekken. Op avontuur gaan. Voor velen een onweerstaanbare drang, voor anderen een onbegrijpelijke en zinloze tijdsverspilling. Ik ben zo iemand die de zogeheten ‘travel bug’ te pakken heeft. En net als vele backpackers noemde ik de Lonely Planet tijdenlang mijn Bijbel. Ah, de Lonely Planet, onmisbare reisgids voor degene die de unieke plekken in een land niet op eigen houtje kan vinden. Of niet?

In de NRC Next schreef Pepijn Vloemans dat we door de Lonely Planet (en ook andere reisgidsen? Daar zegt hij niets over.) naar monumenten en plaatsen getrokken worden waar we eerst helemaal niet in geïnteresseerd waren. Dat vindt hij een slechte zaak. Daar ben ik het niet mee eens, maar daar kom ik zo op terug.  Wel delen we namelijk de mening dat de Lonely Planet vooral handig is voor praktische informatie. Als naslagwerk of draagbare VVV voor wanneer je ’s nachts een hostel moet vinden of hongerig uit de bus stapt en wilt weten waar je snel een restaurant kan vinden. Want vele tips van de LP zijn niets anders dan mierennesten van toeristen waar niks authentiek of lokaal aan is.

Reisgidsen

Maar wat betreft de ‘gemaakte interesse’ in zaken die ons eerst niks konden boeien en die daardoor in zekere zin onecht zou zijn, wil ik Pepijn graag uitnodigen eens met mij op reis te gaan. In tegenstelling tot Pepijn lees ik namelijk al weken, soms maanden, voor vertrek mijn reisgidsen grondig door. Net als diverse blogs en ik spit forums door op zoek naar leuke tips. Lees ik iets over uitgehouwen kerken in Ethiopische rotsen terwijl ik normaal gesproken geen interesse in kerken heb, dan lees ik verder. Of ik denk, wauw! Handgemaakt in ROTSEN?! Daar wil ik wel eens wat meer over weten. Dus zoek ik dat uit, omdat mijn interesse gewekt is. Mocht ik dan vervolgens in Ethiopië (of Noord Soedan natuurlijk) ook bij toeval een Tsjech tegenkomen die mij muurschilderingen laten zien waar de Lonely Planet met geen woord over rept en waar ik van tevoren geen greintje interesse in had, zou ook dat op zo’n moment een ommekeer kunnen maken. Juist reisgidsen maken dat je verder kijkt dan dat je misschien eerder zou doen. Net als mensen die je ter plekke spreekt dat doen, of straatjes met een mysterieus einde, of een vervaagde tekening op een muur die je spontaan van dichtbij gaat bekijken. Openstaan voor iets nieuws is wat reizen zo mooi maakt, of dat nu van de lokale bevolking komt of een gids, het gaat om wat jij ontdekt.

Dat bepaalde gebruikers van reisgidsen niets anders doen dan blindelings de stadswandeling van de Lonely Planet volgen klopt helemaal. Doodzonde en inderdaad de reden dat alles op den duur op elkaar gaat lijken, omdat het verhaal erachter nooit verteld wordt. Maar dat geldt voor alles. Ook als je zonder reisgids naar een kerk in Maastricht gaat kijken omdat die toevallig op de route ligt, loont dat de moeite niet als je niet zelf nieuwsgierig bent naar de achtergrondinformatie om het bekekene op waarde te schatten.

De Lonely Planet (en Capitool, Dominicus, ViaVia en ANWB gids), is een reisgids. Een gids kun je ook vinden in een georganiseerde bustour waar je comfortabel samen reist met leeftijdsgenoten. Iets moois maken van een reis moet je helemaal zelf doen. Dat doet geen enkele reisgids voor je. Maar voor iedere nieuwsgierige, avontuurlijke en ondernemende reiziger staat ook in een reisgids wel eens iets wat je nog niet wist. Reden te meer om op onderzoek uit te gaan en eens te kijken wat jij mensen later voor unieks aan kan raden.