Van het ‘zwarte gat’ had ik natuurlijk al wel eens gehoord. De langdurige vakantie na het afstuderen. Dat ik er zelf diep in zou kunnen vallen verbaast me ook niet heel veel. Wel sta ik ervan te kijken hoezeer ik er tegelijkertijd van kan genieten. Ik heb uitzicht op twee volle maanden absoluut niksen. Geen verplichtingen, praktisch geen deadlines en een wekker die niet afgaat in de ochtend.

Puur genieten.

Was ik twee weken geleden nog depressief bij het idee dat ik ’s morgens nergens voor opstond en voelde ik me nutteloos als ik voor de derde keer die dag op hetzelfde terras koffie zat te leuten: nu lig ik zonder problemen tot aan de lunch in bed en vind ik het heerlijk dat de obers weten hoe ik mijn espresso het liefste heb. Ik heb tijd voor iedereen en kan spontaan op ieder belletje reageren. Mijn agenda staat vol blanco pagina’s, ik heb geen vakantie gepland. Om mij heen werken mensen van negen tot vijf, studeren voor tentamens of doen andere belangrijke dingen. En ik mis het helemaal niet: dat werken onder druk, doelstellingen behalen, jezelf verder ontwikkelen, dingen die me al 21 jaar lang gedreven hebben.

Toch kan ik het niet laten om even kort vooruit te blikken. Zet ik Internet optimaal in om interessante cursussen te spotten, schrijf ik mij via Studielink in voor een nieuwe opleiding en onderzoek ik mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. Vanaf september staat mijn agenda alweer zwart van de inkt. En misschien kan ik daarom wel zo goed genieten. Omdat ik weet dat het niksen niet eeuwig duurt.