Bij ons in de straat is alles vaak hetzelfde. De dames brengen hun charme aan de man onder de rode verlichting, even om de hoek zit de meubelverkoper een middag lang zijn eigen stoel te testen. De eigenaren van de tweedehands winkel staan in de opening een sigaret te roken en op de afslag naar de universiteitsbibliotheek is het een drukte van belang. Een dagelijks ritueel.

Ongeveer anderhalf jaar geleden verdween een dure schoenenwinkel, die werd vervangen door de koffieverkoper Simon Lévelt. Simon bracht mij en mijn huisgenote het licht. Onze eerste gezamenlijke aankoop hebben we daar gedaan (een espressomaker voor op het fornuis) en ook onze liefde voor het verzamelen van punten kunnen we daar kwijt. Bij iedere café au lait, voor mij met een shotje vanille, ontvangen we trots een nieuwe sticker op onze stickerkaart. Een volle kaart geeft recht op een gratis koffie en niet zelden komt het voor dat Simon twintig stickers van ons ontvangt. Dan zitten wij een middag lang op de krukken voor het etalageraam met de neus in het melkschuim, voor niets.

Echter, in alle romantiek en vreugde die Simon ons bracht, liepen we laatst op een zondag tegen een groot probleem aan. Dan zijn ze namelijk dicht. In tegenstelling tot cafés, coffeeshops en zulks wat meer, volgt onze koffieverkoper wél de openingstijden van de winkel. Een enorme tegenslag, maar de redding bleek twee straten verder bij de Coffee Company: altijd open. Hoewel zowel huisgenote als ik de koffie en warme melk enorm waardeerden, voelde het toch niet helemaal lekker. De maandag erop incasseerden we met een blok in ons maag de stickers van ons geliefde Simon.

Volgende week zondag drinken we maar gewoon thee.